Net onder het oppervlak… daar wroet ik

want daar ligt nog van alles

Ik was geen bijzonder meisje. Niet mooi maar ook niet heel lelijk. Met mijn donkere haar, platte neus en dikke lippen viel ik uit de toon. Vooral omdat mijn huid Nederlands wit was. Ik was niet bepaald populair, zeker niet onder de jongens op de basisschool maar dat maakte me niets uit. Blonde Miranda mocht al die aandacht hebben. Ze was in mijn ogen een aanstellerige tut. Een beetje de Nelly uit Het kleine huis op de prairie. Aan haar schoonheid kon ik niet tippen, dat snapte ik zelf ook wel. Toch was ík het die op jonge leeftijd last kreeg van jongens, niet de mooie Miranda. En van één jongen in het bijzonder, Johnny Bom. Hij heeft mij op jonge leeftijd bang gemaakt om alleen over straat te gaan, naar school te lopen, boodschappen te doen voor mijn moeder. Waarom koos hij mij? Niet vanwege enige schoonheid dus, maar waarschijnlijk omdat ik een makkelijke prooi was.

Inmiddels ben ik een vijftigplusser. Sinds de opkomst van #metoo ben ik me ervan bewust dat ik mijn hele leven een prooi ben gebleven. In alle fases en op alle leeftijden was er wel een man die mij op een onbeschofte manier benaderde, de grenzen van het flirten overschreed, vond dat hij recht had op seks of dacht dat een slippertje moest kunnen.

Een prooi dus, maar geen slachtoffer. Tenminste, niet meer. Want inmiddels bescherm ik mijn grenzen en zorg ik ervoor dat ik me niet in lastige parketten begeef. Dat is een continue opgave, een bewustzijn dat altijd aan staat. Ik beschik over een nooit aflatende radar die alle ruimtes scant, een intuïtie die alle situaties inschat waarin ik me bevind. Dan nog mis ik soms signalen en word ik alsnog overvallen door een seksuele, ongewenste boodschap. De oude man in het bejaardenhuis die een tik op mijn achterste geeft, het vieze ventje op het salsafeest die te dichtbij wil dansen, een vriend die vindt dat hij aan de billen van een vriendin mag zitten.

Walgelijk
Deze week werden we geschokt door de documentaire van Tim Hofman over grensoverschrijdend seksueel gedrag op de werkvloer van tv-producenten. Nederlandse beroemdheden bleken zich als ware Jeffrey Epsteins te ontpoppen. Ze joegen op jonge meisjes, zagen hen als prooi. De hele maatschappij valt over hen heen. Er moet gelyncht worden, koppen moeten rollen. In praatprogramma’s -ook geleid door mannen- wordt gevraagd hoe het zover heeft kunnen komen, wat er moet veranderen in de maatschappij. Iedereen oordeelt hoe belachelijk het is dat de zangers, muzikanten en regisseurs het hebben aangelegd met kwetsbare jonge grietjes. Men veinst verbazing: Hoe kon dit gebeuren? Waarom heeft niemand het gemeld? Hoe konden die mannen dit doen?

Ik ben ook verbaasd, maar niet over het gedrag van de misbruikers. Ik kijk met gruwel naar de gespeelde onschuld van al die mensen die dit gedrag veroordelen. Op tv, in de social media, in de kranten; iedereen buitelt over elkaar heen om te roepen hoe verschrikkelijk het allemaal is, hoe schandalig. Nog nooit hoorde ik in een week zo vaak het woord ‘walgelijk’ gebruiken. Persoonlijk vind ik het zeker zo walgelijk dat we allemaal zo verbaasd doen.
Het is immers nooit anders geweest. Mannen jagen en vrouwen worden bejaagd. Mannen hebben de wapens en vrouwen zijn de prooidieren. En hoe hard wij daar ook tegen ageren, het zal nooit veranderen. Die mannen die reeds een gevoel van fatsoen hebben, zullen beter op hun woorden en acties letten. Maar al die andere, door testosteron gedreven, zielige figuren zullen keer op keer proberen een ander te gebruiken voor hun eigen seksuele behoeftes. Hun hormonale driften vervagen alle grenzen. En de schaamte achteraf is van korte duur wanneer de daders merken dat hun slachtoffer stil blijft omdat zíj (of hij!) zich schaamt.

Namen and shamen
Zelf durfde ik thuis niet makkelijk te vertellen dat ik werd lastig gevallen. Die keren dat ik dat wel deed, werd het weggewuifd of werd mij gevraagd of ik het er zelf niet naar gemaakt had. Ik hoop dat mijn boek ‘Prooi’ -waar ik nu aan werk- mensen van elk geslacht en van alle leeftijden de kracht geeft om het wél te vertellen, zelfs al is het jaren geleden. En dan met naam en toenaam, wie het ook is. Want de dader kan misschien niet meer gestraft worden, hij kan wel levenslang gebukt gaan onder schaamte.
Daarom in mijn boek ook de echte namen van de mannen die over mijn grenzen zijn gegaan. Om te laten weten: jij was het en dat weet je zelf ook. Ik noem de namen zodat zij zich schamen. Dat is mijns inziens het enige wapen dat voor slachtoffers van seksueel ongewenste toenadering effectief is. En chemische castratie natuurlijk…

Volg en like deze blog

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Wordpress Social Share Plugin powered by Ultimatelysocial