Tante Triena zat nooit stil, letterlijk en figuurlijk. Ze was altijd op reep, zoals wij in Brabant zeggen, of op rets. Ze bezocht graag de markt en hield van winkelen. Maar ook als ze zat, zat ze niet stil.
Tante Triena was de oudste zuster van mijn moeder. Ze leek voor mij meer op een oma dan een tante. Een lief oud dametje, klein en rond, met een immer vriendelijke glimlach. Bij familiefeestjes rende ik naar de voordeur omdat ze al bij binnenkomst iets vriendelijks zei. Na de felicitaties koos ze een plekje aan de vrouwentafel om te ‘buurten’. Ze at een gebakje, dronk haar koffie, daarna was het tijd voor een glaasje. En dan kwam het: tante Triena schoof een beetje naar voren op haar stoel, vouwde haar armen over elkaar en begon te wiegen, van voor naar achter, van voor naar achter, steeds maar weer. Ze bleef dat de rest van de avond doen.
Hoewel ze dat wiegen altijd al had gedaan, was er een eerste keer dat het me opviel. Ik herinner me dat moment en hoe gebiologeerd ik was door het snelle geschommel van dat kleine vrouwtje. Van voor naar achter, van voor naar achter, onophoudelijk.
Ik vroeg aan mijn moeder waarom tante Triena dat deed. Mam kon daar geen antwoord op geven maar ze wist wel dat het nooit anders was geweest. Ik stel me voor dat de gewoonte erin geslopen is door de vele kinderen die ze heeft gevoed en getroost. Wat moet zij vele nachtelijke uren op zijn geweest om kindjes in slaap te wiegen, ze had er zes als ik het goed heb.
Het meest intrigerend vond ik dat zij ogenschijnlijk onbewust heen-en-weerde en dat niemand er iets van zei. Ze leek zo’n houten poppetje met een gewichtje onderin; als je het een tik gaf, bleef het bewegen.
Dat ik zo gebiologeerd was door tantes gedrag, was niet zo vreemd. Ik deed en doe het namelijk zelf ook. Gelukkig schommel ik niet als ik zit -dat zou ik vervelend vinden -het is toch een beetje raar. Nee, ik wieg in bed, ik wieg mezelf in slaap.
Ook van mezelf weet ik niet waardoor dat ooit begonnen is of sinds wanneer ik het doe. Soms verdwijnt het voor lange tijd en dan betrap ik mezelf er weer op dat ik lig te schommelen. Meestal op mijn rechterzij, met een voet tegen de bedrand, duw ik mezelf onbewust in beweging, in de schaduw van waak en slaap. Het is een heerlijk gevoel, dat wiegen en het maakt me rustig, ik voel me er geborgen door. Het geeft me een heel warm, fijn gevoel. Wie weet ga ik onbewust terug naar mijn babytijd, toen mama mij wiegde. Maar wat ook kan, is dat haar oudste zus Triena op de koffie kwam, op de terugweg van de markt, mij uit mijn bedje haalde en wiegde. Van voor naar achter, van voor naar achter, van voor naar achter. Wat zal dat heerlijk zijn geweest.
Wil je weten waarom mensen het fijn vinden om geschommeld te worden, lees dan het volgende artikel: https://www.babygaga.com/science-behind-rocking-baby/
