Net onder het oppervlak… daar wroet ik

want daar ligt nog van alles

Zodra ik wakker ben, weet ik het weer: werk aan de winkel! Vandaag ga ik verder met het plafond in de slaapkamer. Gisteren hebben Maat en ik een start gemaakt met isoleren en dichttimmeren. Aan het einde van de dag wil ik met trots laten zie dat ik het ook alleen kan. Pluis ligt op mijn buik en rekt zich uit. ‘Nog éven blijven liggen, vrouwtje?’ Nee, hop, ga maar ergens anders liggen. Ik heb een uitdaging voor de boeg.

Ik zwaai mijn benen over de rand van het bed. Oef, dat was iets te snel, mijn hoofd draait. Althans, niet mijn hoofd zelf, maar alles daar binnenin. Ik wacht even tot het over gaat, maar dat duurt me te lang. Dan maar opstaan, een wandelingetje met Tess in de frisse lucht zal wel helpen. Ik haal het nog net tot de stoel, één meter verderop, dan val ik bijna om. Ik gris mijn werkkleren bij elkaar en loop wankelend naar de douche. Daar poets ik mijn tanden, mezelf met één hand vasthoudend aan de wastafel. Het mag nu toch onderhand over zijn met die duizeligheid.
Beneden liggen mijn ‘gewone’ kleren, die trek ik aan in plaats van mijn werkkleren. Als ik zo duizelig ben, valt er niet veel te klussen aan het plafond. Even een ander plan trekken. Ik laat Tess kort uit en maak een simpel ontbijt klaar van yoghurt met granola en verse mango. Met een beker oploskoffie ga ik in de luie stoel zitten, nog steeds duizelig. En dan dringt het tot me door: het zal toch niet? Dit zal toch hopelijk geen Coronagriep zijn?

Afbeelding: Volkskrant.nl

Eén hoofdpijn maakt nog geen corona
Even denken, voel ik me koortsig? Nee. Heb ik keelpijn? Nee. Ben ik snotterig? Nee. Het enige waar ik last van heb, is die heftige duizeligheid. Ik pak mijn telefoon en google ‘symptomen corona’. Op verschillende sites lees ik dezelfde lijst met verkoudheid, koorts, droge hoest, benauwdheid, gewrichtspijn, keelpijn, hoofdpijn, rillingen, verstopte neus, enz. Geen enkele site vermeldt duizeligheid. Gelukkig. Dan is het ofwel een andere griep of ik heb last van hooikoorts. Gisteren zag ik scheuten in de sloot met bloeiende katjes eraan. Dat moet het zijn. Niet op de steiger dus vandaag, maar ik kan wel alvast wat planken schilderen. En daarna ga ik de tuin in. Daar is altijd wat te doen.

Wilgenkatjes. Afbeelding: Natuurwijze.nl

Het schilderen van de planken is in een half uurtje klaar. Ik neem even pauze met een sigaretje en bedenk dat ik vast geen corona heb: ik zou zeker niet meer kunnen roken. Dan ga ik naar buiten. Na tien minuten in de tuin vind ik de zon erg warm. Ik doe mijn trui uit en veeg het zweet van mijn gezicht. Er komt een hoofdpijn op. Ik ken mijn hoofdpijnen: soms zijn het kortdurende steken, die negeer ik. Soms zet het op vanuit mijn nek, dan wordt het migraine. Dat betekent snel iets eten en een ibuprofen én een paracetamol nemen, dat houdt het enigszins draaglijk. De hoofdpijn van vandaag zit achter mijn ogen en zeurt. Hmmm, hoofdpijn stond in het rijtje met symptomen. Niet aan denken, één hoofdpijn maakt nog geen corona. Ik ga naar binnen, zet een tweede kopje koffie (cafeïne helpt tegen hoofdpijn) en ga op de bank liggen. Netflix kan me even boeien maar na drie kwartier val ik in slaap. Tien minuten later schrik ik wakker. Pluis is bovenop me gaan liggen, heb ik het daarom zo warm? Het zweet staat op mijn bovenlip. Heb ik koorts?

Ik sta op, hier moet ik even rustig over nadenken. Ten eerste heb ik vanavond werk als vrijwilliger in het zorgcentrum. Er worden boodschappen geleverd aan de voordeur. Mij is gevraagd om -mits ik niet ziek ben- die boodschappen bij de bewoners af te leveren. Moet ik dat wel doen? Ik stuur een app-je naar de coördinator. Ze antwoord direct: Nee, niet komen! Balen. Langzaam dringt het tot me door: Misschien heb ik toch corona….

Fiets het er maar uit
Dit is wat mijn moeder deed als ze ziek werd: werken! Aan zieligdoenerij had ze het land. Als we ons in de ochtend ziek voelden, maakte ze ontbijt en zette ons op de fiets met de woorden: “Fiets maar hard naar school, dan fiets je het er wel uit. En als je straks nog ziek bent, dan laat de school maar bellen, dan kom ik je halen.” Ze hoefde ons nooit te halen, eenmaal op school viel het reuze mee met die buikpijn en andere verschijnselen.
Bleven we thuis, dan mochten we van mijn vader niet naar beneden komen. “Zieke mensen horen in bed”, zei hij. Hij accepteerde geen kinderen die niet naar school gingen maar wel de gezelligheid van het gezin opzochten. Een harde leerschool maar wel een waarvan ik nu de vruchten pluk. Ik vraag me dus af: ben ik ziek genoeg om in bed te gaan liggen? Nee, absoluut niet. Nou, dan ‘fiets’ ik het er wel uit. Hup, in de benen en die tuin weer in.

De onbekende patiënt
Het valt tegen in de tuin omdat ik moet opletten dat ik niet omval van de duizeligheid maar ik blijf een beetje aan de gang. Wat onkruid wieden, een tak knippen, een plantje zetten. Het schiet niet echt op maar dat hoeft ook niet. De zon en de frisse lucht doen me goed.
Vanmorgen zag ik een mus hondenhaartjes uit het gazon plukken voor haar nestje. Tess wil altijd graag geknuffeld worden dus ik roep haar. Ik ga op de tuinbank zitten en ze komt lekker tegen me aan hangen. Ze geniet van de stevige borstelbeurt. In gedachten ben ik continu bezig met de vraag of ik besmet ben met corona en wat dit voor consequenties heeft.
Het betekent sowieso dat ik de komende weken nergens naar toe ga, zelfs als dit ‘maar’ hooikoorts is. Want je weet maar nooit. Hoe kan ik er achter komen waar ik last van heb? In een vriendinnengroepsapp lees ik dat lang niet iedereen met symptomen getest wordt, dus ik zal zeker niet in aanmerking komen, ik snotter immers niet. En ik kan me de eerste vraag van de dokter al voorstellen: heb je koorts? Ik zeg ja. Hij meet, hij zegt nee. Ik heb namelijk altijd een ondertemperatuur: 36,5 graden Celsius is voor mij normaal. Dus als de thermometer 37,2 aangeeft, heb ik koorts, al zegt de dokter van niet. Die coronatest kan ik wel vergeten.

Hoe dan ook, ik blijf thuis. De volgende vraag is: moet ik me ergens melden om in de coronastatistieken opgenomen te worden? Nee, zegt een andere groepsapp, er wordt steeds gezegd dat het aantal besmette mensen veel hoger is dan de bekende cijfers. Veel mensen weten niet eens dat ze corona gehad hebben of komen er met een weekje griep vanaf. Jammer, ik had best in die statistieken willen zitten, ‘erbij’ willen horen, onderdeel willen zijn van het systeem. Maar ik zal een anonieme patiënt blijven, áls ik al een patiënt ben.

Maar ik moet natuurlijk wel wat regelen. Mijn moeder moet weten dat ik voorlopig niet kom. Ze reageert zoals ik verwacht: “Goed uitzieken. Maak je niet druk om ons, met ons gaat het goed.”Stoer wijf, mijn moeder, die raakt zomaar niet van slag.
Ik app vrienden en bekenden: er is een mogelijkheid dat ik besmet ben maar geen nood, ik voel me niet ziek en ik red me prima. Er volgt een stroom lieve berichtjes. Ik app Maat: je kunt beter niet komen, voor het geval dat. Als ik besmet blijk te zijn, mag jij ook niet meer gaan werken. Maar hij belt en zegt: “Je denkt toch niet dat ik twee weken weg blijf?”
Tegen de avond wordt mijn keel dik. Af en toe krijg ik een niesbui. Het lijkt erop dat ik moet constateren dat dit het begin is van die lelijke griep. Gelukkig heb ik deze week een doosje paracetamol gehaald. Om kwart voor tien neem ik twee tabletten en ga ik naar bed. Ok, corona, kom maar op, ik ben klaar voor de strijd.

Volg en like deze blog

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Wordpress Social Share Plugin powered by Ultimatelysocial