Net onder het oppervlak… daar wroet ik

want daar ligt nog van alles

Lieke (87) werkte bij een bank in Amsterdam, in 1949. Zij had administratief werk. Iedere ochtend moest ze bij de afdelingschef komen. Dan moest ze meekijken in de paperassen. En iedere ochtend kwam hij dichterbij haar zitten, tot zijn been haar been raakte. Ze walgde ervan maar zei niets.
“Ik was netjes opgevoed, je maakte geen scène als jong meisje”, legt ze uit. “Ik zei tegen mezelf dat het niet veel voorstelde maar ik vond het vréselijk. Maar op een dag lag zijn hand op mijn been. Toen had ik er genoeg van.”

Advies
Het was een andere tijd, met een sterk hiërarchische cultuur. Je baas tegenspreken was onmogelijk, laat staan hem ergens van beschuldigen wat je niet kon bewijzen. Lieke zocht een andere baan en startte als secretaresse op een advocatenkantoor. Dat was best bijzonder, een getrouwde vrouw met een baan. Dat ze een voorloper was, bleek toen haar directeur haar op een dag in zijn kamer ontbood en vroeg: “Lieke, jij bent toch getrouwd?”
“Ja, meneer.”
“Maar je hebt geen kinderen?”
“Nee, dat is nog niet de bedoeling.”
“Wil je mij dan alsjeblieft vertellen hoe je dat doet, geen kinderen krijgen?”
Lieke was niet van plan haar bedgeheimen te delen of voorlichting te geven aan een man die veel ouder was dan zij en bovendien haar baas.
“Ik kan u een advies geven”, zei ze, “word lid van de NVSH, dan komt u er wel uit.”

Volg en like deze blog

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Wordpress Social Share Plugin powered by Ultimatelysocial